Correspondentie binnen SAP – Configuratie en typen

Er zijn diverse standaard correspondentietypes beschikbaar zoals het afdrukken van facturen, rekeningafschriften etc. Ook kunnen aangepaste correspondentietypes worden aangemaakt.

Correspondentie kan worden aangemaakt op het moment dat een specifieke zakelijke transactie wordt verwerkt, of in een later stadium voor reeds aangemaakte transactieboekingen.

Correspondentie kan naar de klant/leverancier worden verzonden in verschillende formaten zoals e-mail en fax. Correspondentie is in principe brieven etc. die worden verzonden vanaf SAP aan leverancier/klant enz.

Correspondentie kan individueel of collectief worden aangemaakt, ad hoc of via een geautomatiseerde batchjob.

Soorten correspondentie

Hieronder vindt u een voorbeeldlijst met verschillende standaardcorrespondentietypen. Deze kunt u kopiëren om een ​​specifiek aangepast formulier, programma, enz. te maken.

Correspondentietype Correspondentie Description Printprogramma Vereiste data Voorbeeld standaard SAP Scriptformulier
SAP01 Betalingsaankondigingen RFKORD00 Document Nummer F140_PAY_CONF_01
SAP06 Rekeningafschriften RFKORD10 Rekeningnummer en datum F140_ACC_STAT_01
SAP07 Bill van de wisselkostenoverzichten RFKORD20 Document Nummer F140_BILJET_CHA_01
SAP09 Interne documenten RFKORD30 Document Nummer F140_INT_DOCU_01
SAP10 Individuele brieven RFKORD40 Rekeningnummer F140_IND_TEXT_01
SAP11 Documentuittreksels RFKORD50 Document Nummer F140_DOCU_EXC_01
SAP13 Verklaringen van klanten RFKORD11 Klantnummer en datum F140_CUS_STAT_01

Correspondentieconfiguratie uitvoeren

Configuratie van correspondentie in SAP kan worden uitgevoerd in de volgende stappen hieronder

Stap 1) Definieer het correspondentietype

Pad: – SPRO > Financiële boekhouding (nieuw) > Debiteuren en crediteuren > Klantrekeningen > Regelitems > Correspondentie > Instellingen maken en controleren voor correspondentie > Correspondentietypen definiëren

Transactie code:-OB77

Hier diverse SAP Er zijn standaard correspondentietypes beschikbaar. U kunt ook uw aangepaste correspondentietypen maken. U kunt opgeven welke gegevens nodig zijn voor het genereren van een correspondentie. Voor een rekeningafschrift kunt u bijvoorbeeld opgeven dat het klant-/leveranciersmodel nodig is voor het afschrift. U kunt ook de datumparameters en de tekst opgeven die moet verschijnen bij datumselectie.

Correspondentieconfiguratie

Stap 2) Programma toewijzen aan correspondentietype

Pad:-SPRO > Financiële boekhouding (nieuw) > Debiteuren en crediteuren > Klantrekeningen > Regelitems > Correspondentie > Instellingen maken en controleren voor correspondentie > Programma's toewijzen voor correspondentietypen

Transactie code: -OB78

Correspondentieconfiguratie

Hier moet u het correspondentiegeneratorprogramma koppelen aan het correspondentietype. U kunt ook verschillende programma's voor verschillende bedrijfscodes opgeven. (U kunt hier ook de standaardvariant opgeven die het programma moet uitvoeren. U kunt een dergelijke variant maken van transactie SE38/ SA38 voor het programma.)

U kunt ook uw eigen aangepaste programma maken als kopie van het standaardprogramma en passende wijzigingen aanbrengen om aan al uw klantspecifieke behoeften te voldoen.

Stap 3) Bepaal de oproepfuncties voor het correspondentietype

Pad:-SPRO > Financiële boekhouding (nieuw) > Debiteuren en crediteuren > Klantrekeningen > Regelitems > Correspondentie > Instellingen voor correspondentie maken en controleren > Oproepfuncties bepalen

Transactie code:-OB79

Correspondentieconfiguratie

Hier dient u aan te geven op welk tijdstip u het betreffende correspondentietype kunt genereren. Ook kunt u voor verschillende bedrijfscodes een andere instelling opgeven. De verschillende beschikbare opties zijn: -

  • Op het moment dat het document wordt ingevoerd (bijv. FB50, FB60, etc.)
  • Op het moment dat betalingen worden geboekt (bijvoorbeeld F-28, F-26, enz.)
  • Op het moment dat het document wordt weergegeven of gewijzigd (bijv. FB02, FB03, etc.)
  • Op het moment dat de account wordt weergegeven (bijv. FBL1N, FBL5N, etc.)

Stap 4) Wijs het correspondentieformulier toe aan het correspondentieafdrukprogramma

Pad:-SPRO > Financiële boekhouding (nieuw) > Debiteuren en crediteuren > Klantrekeningen > Correspondentie regelitems > Instellingen maken en controleren voor correspondentie > Formuliernamen definiëren voor correspondentieafdruk

Transactie code: -OB96

Correspondentieconfiguratie

Hier moet u opgeven welke formulierdefinitie zal worden gebruikt door het correspondentieafdrukprogramma. Ook kunt u voor verschillende bedrijfscodes een andere instelling opgeven. (De SAP Scriptvorm wordt gedefinieerd met behulp van de transactie SE71, waar de verschillende gegevens in het uitvoerformaat worden gerangschikt om te worden verwerkt. Dit SAP Scriptvorm definieert de lay-out in de uitvoer.)

U kunt ook tweecijferige formulier-ID's gebruiken, waarmee u verschillende formulieren kunt oproepen voor verschillende formulier-ID's in hetzelfde bedrijfsnummer.

Dit formulier-ID kan worden opgegeven in het selectiescherm van het printprogramma dat correspondentie genereert. U kunt voor een correspondentietype slechts één formulier-ID tegelijk selecteren. U kunt meerdere correspondentietypen aanmaken, waardoor verschillende formulier-ID's worden geactiveerd.

Stap 5) Definieer verzendergegevens voor correspondentie

Pad:-SPRO > Financiële boekhouding (nieuw) > Debiteuren en crediteuren > Klantrekeningen > Posten > Correspondentie > Instellingen voor correspondentie maken en controleren > Verzendergegevens voor correspondentieformulier definiëren

Transactie code:-OBB1

Correspondentieconfiguratie

U kunt hier de details voor header, footer, signature en sender linken. Deze tekst wordt gedefinieerd met behulp van de transactie SO10 met tekst-ID zoals hierboven gelinkt (bijv. ADRS). U kunt ook een andere instelling opgeven voor verschillende bedrijfscodes. (Ook kan een tweecijferige sender variant worden gedefinieerd, die u kunt opgeven bij de selectieparameters van het printprogramma. Dit zal verschillende sender details binnen dezelfde bedrijfscode inschakelen.)

Stap 6) Definieer sorteervarianten voor correspondentie

Pad:-SPRO > Financiële boekhouding (nieuw) > Debiteuren en crediteuren > Klantrekeningen > Regelitems > Correspondentie > Instellingen maken en controleren voor correspondentie > Sorteervarianten voor correspondentie definiëren

Transactie code: -O7S4

Correspondentieconfiguratie

U kunt hier opgeven in welke volgorde de correspondentiebrieven worden gegenereerd. Als u bijvoorbeeld een rekeningafschrift voor meerdere leveranciers genereert, worden de leveranciers in deze volgorde gesorteerd en wordt de brief gegenereerd. Deze Sorteervariant kunt u opgeven in het keuzescherm van het printprogramma dat correspondentie genereert.

Stap 7) Definieer sorteervarianten voor regelitems in correspondentie

Pad:-SPRO > Financiële boekhouding (nieuw) > Debiteuren en crediteuren > Klantrekeningen > Regelitems > Correspondentie > Instellingen maken en controleren voor correspondentie > Sorteervarianten voor regelitems definiëren

Transactie code: -O7S6

Correspondentieconfiguratie

U kunt hier opgeven in welke volgorde de verschillende regelitems in correspondentiebrieven verschijnen. Als een leveranciersrekeningafschrift bijvoorbeeld meerdere facturen bevat, worden de facturen in deze volgorde gesorteerd en wordt de brief gegenereerd.

Deze Sorteervariant kunt u opgeven in het keuzescherm van het printprogramma dat correspondentie genereert.

Correspondentie genereren

Zoals eerder getoond tijdens het configureren van het oproeppunt, kan de correspondentie op onderstaande tijdstippen worden gegenereerd: -

  1. Op het moment dat het document wordt ingevoerd (bijv. FB50, FB60, etc.)
  2. Op het moment dat betalingen worden geboekt (bijvoorbeeld F-28, F-26, enz.)
  3. Op het moment dat het document wordt weergegeven of gewijzigd (bijv. FB02, FB03, etc.)
  4. Op het moment dat de account wordt weergegeven (bijv. FBL1N, FBL5N, etc.)

Correspondentie kan worden gegenereerd voor een bepaald document of voor de rekening van de leverancier(s)/klant(en). Op de volgende dia's wordt het genereren van correspondentie op verschillende manieren en het afdrukken ervan uitgelegd.

Correspondentie genereren (methode A): -

De correspondentie kan worden gegenereerd terwijl u het document aanmaakt, wijzigt of weergeeft.

Ga hiervoor naar Omgeving > Correspondentie en selecteer het betreffende correspondentietype, zie bijvoorbeeld onderstaand scherm FB70 aanmaken van klantfacturen: -

Correspondentie genereren

Correspondentie genereren

Op dezelfde manier kunt u de correspondentie creëren vanuit documentweergave/wijziging vanuit de transactie, zoals in FB02/FB03/FBl1N/FLB5N, enz.

Correspondentie genereren (methode B)

Voor bestaand boekhoudkundige documenten kunt u transactiecode gebruiken FB12.

Na het invoeren van de bedrijfscode wordt gevraagd naar het correspondentietype. Selecteer Correspondentietype en u wordt gevraagd het documentnummer/rekeningnummer in te voeren. enz. op basis van de instelling voor het correspondentietype. Hierna wordt de correspondentie opgevraagd.

Correspondentie genereren

Correspondentie genereren

Correspondentie genereren

Correspondentie genereren (methode C)

Vanuit transactie F.27 kunt u de correspondentie (Rekeningafschrift) voor leverancier(s) / klant(en) genereren.

Correspondentie genereren

Correspondentie genereren

Correspondentie genereren

Hier “Indicator in hoofdrecord” moet de opgegeven waarde overeenkomen met de waarde die is opgegeven in de stamgegevens van de klant/leverancier > Bedrijfscode > Correspondentie.

Als u het selectievakje 'Individuele aanvraag' selecteert, wordt er voor elke bedrijfscode een apart overzicht gegenereerd als dezelfde leverancier/klant posten in meerdere bedrijfscodes heeft.

Correspondentie afdrukken

Correspondentie afdrukken (methode A): -

Gebruik transactiecode F.61 om het relevante correspondentietype dat al is gegenereerd af te drukken. Bij uitvoering wordt de correspondentie gewoon afgedrukt (als e-mail/fax, enz. is geconfigureerd, wordt de uitvoer in dat formaat gegenereerd)

Correspondentie afdrukken

Correspondentie afdrukken

Correspondentie afdrukken (methode B): -

Van transactie F.64, kunt u de gegenereerde correspondentiebrief (Spool) zien en afdrukken. (Het verschil met F.61 is dat u in F.64 ook andere bewerkingen kunt uitvoeren (zoals verwijderen, afdrukvoorbeeld, enz.) voor reeds gegenereerde correspondentieverzoeken.)

Correspondentie afdrukken

Correspondentie afdrukken

De gegenereerde spoel kan vanaf de transactie worden bekeken en afgedrukt SP02 of Systeem > Eigen wachtrijverzoek.

Correspondentie via e-mail

Beheer het e-mailadres in de instellingen in klant/ verkoper meester > Algemene gegevens > Tabblad Adres > Communicatie en selecteer de communicatiemethode als e-mail.

Beheer ook het e-mailadres in het klant-/leveranciersbestand > Bedrijfscodegegevens > tabblad Correspondentie.

Correspondentie via e-mail

Correspondentie via e-mail

Vervolgens wordt de correspondentie voor deze klant/leverancier gegenereerd in e-mailformaat in plaats van afgedrukt (rekening houdend met de instellingen voor de gebruikersuitgang die zijn gemaakt om de communicatiemethode in de gebruikersuitgang te bepalen, zoals weergegeven in de volgende dia).

(Opmerking: op dezelfde manier kunt u instellingen voor de faxuitvoer opgeven door de standaardcommunicatie als FAX te selecteren en het faxnummer te behouden.)